AudiogidsCisterne van Theodosius
Şerefiye Sarnıcı
Historisch waterreservoir, 1600 jaar geleden gebouwd, met prachtige zuilen, stenen koepels en bogen.
In het hart van de oude stad Istanbul, onder de drukke straten en in de schaduw van moderne gebouwen, ligt een stille, weerklinkende schat die bijna zestien eeuwen oud is: de Şerefiye-cisterne. Dit ondergrondse waterreservoir, gebouwd aan het begin van de vijfde eeuw in opdracht van keizer Theodosius de Tweede, biedt een unieke blik in het verborgen leven van het vroegere Constantinopel, ooit de hoofdstad van het Byzantijnse Rijk.
Destijds kende Constantinopel één groot probleem: watervoorziening. Op het historische schiereiland waren nauwelijks rivieren te vinden, dus was de stad afhankelijk van indrukwekkende aquaducten, zoals het beroemde Valens-aquaduct, om vers water uit verderop gelegen heuvels aan te voeren. Om de watervoorraad veilig te stellen tijdens belegeringen en periodes van droogte, werd water opgeslagen in enorme ondergrondse kamers. De Şerefiye-cisterne, soms ook de Theodosius-cisterne genoemd, was één van de meest prestigieuze: zij voorzag de grote publieke baden, fonteinen en het keizerlijk paleis van water.
Wie naar binnen stapt, wordt omringd door tweeëndertig slanke marmeren zuilen waarvan de gladde schachten hoog oprijzen en bakstenen koepels en elegante bogen ondersteunen. Elke zuil is bekroond met verfijnde Korinthische kapitelen, versierd met acanthusbladeren. De rijen staan symmetrisch opgesteld, de koele lucht voelt zwaar aan en elke voetstap weerkaatst op het eeuwenoude steen. Het gewelf boven je hoofd toont zich als een patroon van zeilvormige bogen die het gewicht gelijkmatig verdelen, terwijl de dikke muren — meer dan twee meter breed — ooit bedekt waren met glanzend, waterdicht stucwerk en zachte, ronde hoeken hadden om de druk van het water te weerstaan.
Eeuwenlang bleven de Şerefiye-cisterne en haar 'zusterreservoirs', zoals de nabije Basilica-cisterne en de Binbirdirek-cisterne, verborgen onder de constant veranderende lagen van het stadsleven. Toen de watergewoonten in de Ottomaanse tijd veranderden, raakte deze oude opslagplaats in vergetelheid; ingangen werden afgesloten onder statige herenhuizen en regeringsgebouwen.
Pas in deze eeuw werd de cisterne herontdekt, zorgvuldig gerestaureerd en opengesteld als museum. Muziek klinkt nu onder de koepels, gekleurde projecties dansen over het plafond, en de oude zuilen komen tot leven door een spel van licht. Bezoekers kunnen genieten van uitzonderlijk vakmanschap, unieke zuilen die speciaal voor deze ruimte zijn gemaakt, en ervaren hoe moderne technologie het antieke steenwerk nieuw leven inblaast. Tussen deze tijdloze bogen voel je niet alleen het vernuft van het rijk dat ze bouwde, maar ook de ononderbroken stroom van geschiedenis van deze stad.